Klompenmakers in de leer

Als aankomend klompenmakers in de Lopikerwaard hebben Mark Bezemer en Carel Doesburg aan Frans van Kuijk uit Velddriel gevraagd hen de kneepjes van het vak te leren. Ze hebben niet de minste leermeester uitgekozen, Frans van Kuijk is voormalig Nederlands kampioen machinaal klompen maken. Op 14 september zijn de lessen gestart, in principe voor één dag per week.

Na inmiddels 7 lesdagen zijn de beide leerlingen erachter dat het hele proces stukken makkelijker lijkt dan het is. Het kopiëren van de buitenzijde van de klompen en het uitboren van de binnenzijde is minutenwerk, maar alles daaromheen is echt vakwerk. Ook het afstellen van machines voor het maken van een andere maat klomp is tijdrovend en kost gemiddeld anderhalf tot twee uur. Een goed advies is dus om een flink aantal klompen van dezelfde maat achter elkaar te maken.

Vooral de vaardigheid om de klompen uit te boren en het voor- en naboren, vergt veel oefening en concentratie. Het is natuurlijk de bedoeling dat de drager geen blaren oploopt door een naar randje in de klomp dat gladder uitgeboord had kunnen worden. 

Wil je op de hoogte blijven? Schrijf je dan nu in voor onze nieuwsbrief.

Mark Bezemer vertelt wat de klompenmakers in spé de afgelopen lesweken zoal gedaan hebben. ‘We zijn gestart met het schuren van klompen: de ruwe uitgeboorde en ca 6 weken gedroogde klomp van binnen en buiten gladschuren. Daarna het kopiëren van de buitenkant en vervolgens het uitboren van de klomp in twee stappen. In het begin onder toeziend oog en zelfs met fysieke begeleiding van onze leermeester Frans en daarna zelfstandig, natuurlijk met nacontrole.

In januari 2023 pakken we de draad weer op en gaan we nog meer oefenen. Daarnaast komt het afstellen van de machines en het slijpen van de boorkoppen aan de orde. Ook het verzagen van boomparten (bollen) tot de blokken waaruit de klomp gemaakt moeten we nog leren. Vooral het verdelen van de ‘taartpunt’, rekening houdend met knoesten, spijkers, wormgaten en andere beschadigingen aan de boom, vergt de nodige handigheid.

We zijn enthousiast bezig en hebben nog veel te leren. Maar de wil is er en we worden gesterkt door de uitspraak van onze leermeester dat het met ons wel goedkomt. Dus we gaan stug door.’